De Gouden koets is na vijf jaar restauratie klaar om weer de weg op te gaan. Blijft hij dé blikvanger op prinsjesdag? Of hoort hij thuis in een museum?
Gerenommeerde auteurs en jonge talenten deden nieuw onderzoek naar de zorgvuldige restauratie, het ceremonieel, de uiteenlopende betekenissen van de Gouden Koets en het veelbesproken paneel Hulde der Koloniën. Pronkstuk, nationaal icoon, symbool van het kolonialisme: het koninklijke rijtuig wordt van alle kanten bekeken.
Met bijdragen van o.a. Judikje Kiers, Margriet Schavemaker, Annemarie de Wildt, Lise Havermans-Steyn, Maria Rey-Lamslag, Irene Stengs, Karwan Fatah-Black, en Ghanima Kowsoleea.
De Gouden Koets en zijn Koloniale Kant
Het paneel Hulde der koloniën aan de linkerkant van de Gouden Koets is controversieel omdat het een te rooskleurig en zelfgenoegzaam beeld geeft van de Nederlandse koloniale verhoudingen in ‘de Oost’ en ‘de West’. Een nooit gestelde vraag over de identiteit van de allegorisch afgebeelde representanten van de toenmalige koloniën is: welke nationaliteit hadden zij eigenlijk? En hadden ze wel een nationaliteit? Was de inheemse bevolking van de koloniën wel Nederlands?
In dit essay zoekt de schrijver, Prof. Hans Ulrich Jessurun d'Oliveira, naar antwoorden. Hij gaat na welke regelingen van kracht waren in de tijd dat de Gouden Koets aan de jonge koningin Wilhelmina werd aangeboden (1898) en de periode daarna. Daarbij komt hij tot verrassende en licht verbijsterende uitkomsten. Tot slot onderzoekt hij wie er zeggenschap heeft over de inzet van de Gouden Koets: de onschendbare koning of de verantwoordelijke premier?