Het paneel Hulde der koloniën aan de linkerkant van de Gouden Koets
is controversieel omdat het een te rooskleurig en zelfgenoegzaam beeld
geeft van de Nederlandse koloniale verhoudingen in ‘de Oost’ en ‘de
West’. Een nooit gestelde vraag over de identiteit van de allegorisch
afgebeelde representanten van de toenmalige koloniën is: welke
nationaliteit hadden zij eigenlijk? En hadden ze wel een nationaliteit?
Was de inheemse bevolking van de koloniën wel Nederlands?
In dit essay zoekt de schrijver naar antwoorden. Hij gaat na welke
regelingen van kracht waren in de tijd dat de Gouden Koets aan de jonge
koningin Wilhelmina werd aangeboden (1898) en de periode daarna.
Daarbij komt hij tot verrassende en licht verbijsterende uitkomsten.
Tot slot onderzoekt hij wie er zeggenschap heeft over de inzet van de
Gouden Koets: de onschendbare koning of de verantwoordelijke premier?
H.U. Jessurun d’Oliveira (1933) is emeritus hoogleraar aan de rechtenfaculteiten van de Universiteiten van Amsterdam en Groningen en het
Europees Universitair Instituut (Florence) en is letterkundige. Hij is onder
meer gespecialiseerd in het nationaliteitsrecht. Jessurun d’Oliveira maakte
deel uit van de klankbordgroep voor de tentoonstelling in het Amsterdam
Museum over en van de Gouden Koets. Hij is mede-auteur van Een
Grondwet voor de Republiek Nederland (2004), lid van de vereniging
Republiek en ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Bestel het Essay 'De Gouden Koets en zijn Koloniale Kant' van H.U. Jessurun d’Oliveira nu online voor €12,50.